Hieronder beschrijven we enkele mogelijke soorten medicatie die kunnen gebruikt worden bij de behandeling van een aangeboren hartafwijking. Deze medicatie zal vooral gericht zijn op het verminderen van klachten die gepaard gaan met een aangeboren hartafwijking. Ze zullen het hart niet genezen. Deze medicatie kan eveneens helpen in afwachting van een operatie.
Ibuprofen
Wanneer uw kind geboren wordt en het voor de eerste keer ademhaalt, voor het eerst gebruikt maakt van de longen, sluit de ductus arteriosus. Een noodzakelijke verbinding tijdens de zwangerschap, maar overbodig wanneer het kind geboren wordt. Wanneer dit niet vanzelf sluit, spreekt men van een persisterende (=blijvend ) ductus arteriosus.
Dit kan opgelost worden door Ibuprofen of Indomethacine toe te dienen. Deze medicatie gaat de productie van hormonen, de prostaglandines afremmen. Prostaglandines zorgen er namelijk voor dat deze verbinding open blijft.
Deze medicatie zal NIET gebruikt worden wanneer je kind een hartafwijking heeft waarbij de normale bloedvoorziening belemmerd wordt. In deze gevallen moet dit open gehouden worden.
De behandeling bestaat vaak uit enkele injecties via een infuus, met telkens tussenpozen van 24 uur. Wanneer er geen sluiting optreedt na een eerste behandeling, kan deze nog eens herhaald worden.
Antistollingsmiddelen
In enkele gevallen is er een verhoogd risico op het ontstaan van stolsels. Dit is vaak het geval na een Fontan operatie of een shunt operatie. Ook bij het inbrengen van lichaamsvreemde middelen, zoals een kunstklep, zullen antistollingsmiddelen toegediend worden.
Vitamine-K-antagonisten
Wanneer er een zeer groot risico is op het ontstaan van bloedstolsels bij de neonaat, bijvoorbeeld in geval van een kunstklep, zal er geopteerd worden voor het toedienen van deze medicatie.
Belangrijk om te weten is dat antistollingsmiddelen enkele bijwerkingen kunnen hebben. Zo kunnen wonden langer en heviger bloeden, of zien we vaker blauwe plekken. Dit is dus zeker niet abnormaal.
Acetylsalicylzuur
Wanneer het risico eerder klein is, zal deze medicatie voorgeschreven worden. Dit is van toepassing na een shunt operatie en eveneens na een Fontan operatie.
Deze medicatie geeft een hoger risico op maagbloedingen.
Anti-aritmica
Wanneer een aangeboren hartafwijking gepaard gaat met hartritmestoornissen (afwijkende hartslag) zullen onderstaande medicatie kunnen aangewend worden. De dosis die zal worden toegediend wordt afgestemd op het gewicht van de neonaat. Veel gebruikte middelen zijn Flecaïnide, Adenosine of uitzonderlijk Amiodarone.
Diuretica
Vaak voorkomend bij aangeboren hartafwijkingen is het vasthouden van vocht of oedeem. Om deze vochtophouding te beperken worden er vaak diuretica of plasmiddelen voorgeschreven.
Deze zullen de nieren aanzetten om overtollig vocht via de urine uit te scheiden. Door deze hoeveelheid vocht te verlagen, daalt de bloeddruk aanzienlijk en heeft het hart minder kracht nodig om het bloed rond te pompen.
Prostaglandines
Er zijn 2 soorten prostaglandines: Prostaglandine E1 en prostaglandine E2. Zowel PGE1 als PGE2 worden geproduceerd door de placenta en zijn even krachtig. Zij hebben als functie de ductus arteriosus open te houden tijdens de zwangerschap.
Bij de geboorte van het kind, zal deze opening geleidelijk aan sluiten door de afwezigheid van deze prostaglandines. Bij vermoeden van een ductusafhankelijke bloedcirculatie is het van belang om a.d.h.v. synthetische prostaglandines deze opening open te houden of te heropenen.
Belangrijk om te weten is dat er verschillende bijwerkingen of complicaties kunnen optreden als gevolg van deze toediening. Deze kunnen zeer verscheiden zijn, gaande van tijdelijke apneus tot hypotensie, NEC en hyperthermie. Prostaglandine zet aan tot verwijding van alle bloedvaten.
Het toedienen van prostaglandines bij een aangeboren hartafwijking is een belangrijke therapieoptie, vooral voor te vroeg geboren baby’s, om de bloedcirculatie op peil te houden totdat een eventuele operatie mogelijk is.
Bètablokkers
Bètablokkers kunnen gebruikt worden om de effecten van hoge bloeddrukken, hartritmestoornissen en aanvallen van blauw zien te onderdrukken.
Bètablokkers gaan door het blokkeren van de bètareceptoren de invloed van adrenaline remmen. Adrenaline is een hormoon aangemaakt door ons lichaam, die instaat voor de verhoging van de hartfrequentie, toename van het hartminuutvolume en verhoging van de bloeddruk.
Op deze manier zal de hartfrequentie dus dalen, alsook de bloeddruk en het hartminuutvolume.